N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Feyenoord Hij bleef bij Feyenoord, maar hoe bouwt succescoach Arne Slot nu verder? NRC keek mee bij trainingen en oefenwedstrijden. „Thomas, draai je om.” „Lutsha, laat je zien!”
Onder een zwarte partytent, tegen de brandende zon, zit coach Arne Slot nog maar net op zijn klapstoeltje als hij zich in het eerste duel van het nieuwe seizoen laat gelden. Zijn stembanden zijn op vakantie, in Griekenland en Spanje, hersteld na een seizoen waarin hij met de week schorder klonk.
„Leo, push yourself!”, roept hij naar het 17-jarige talent Sauer.
„Jayden je staat te breed, vijf meter naar binnen spelen”, zegt hij tegen linksback Candelaria die tegen de zijlijn staat geplakt.
Als rechtsback Marcus Pedersen niet aansluit naar voren, springt hij op. „Use the full backs!”, zegt hij niet voor het eerst bij de opbouw van een aanval.
En wanneer doelman Timon Wellenreuther een bal over de zijlijn schiet, maakt hij met vragende handgebaren zijn onvrede duidelijk: „Timo?”
Het is zaterdag 8 juli, de voorbereiding is een paar dagen onderweg. Feyenoord oefent in Barendrecht tegen PEC Zwolle op het strak gemaaide veld van de amateurs van VV Smitshoek. Feyenoord-klassiekers schallen over het complex, een paar duizend toeschouwers zitten met hun neus op het veld en de meest populaire man bij de landskampioen is niet een speler maar de coach.
Hij bleef, ondanks interesse van Tottenham Hotspur en Chelsea. „Het beste nieuws van de zomer”, noemde Feyenoord-directeur Dennis te Kloese het aanblijven van Slot in weekblad VI. Hoe bouwt hij verder bij Feyenoord, te beginnen deze vrijdag in de Johan Cruijff Schaal tegen PSV? Hoe wil hij de club naar de eerste titelprolongatie in ruim zestig jaar – in 1961 en 1962 lukte dat voor het laatst – leiden?
„Er kan gemakzucht insluipen”, zegt Feyenoord-coach Arne Slot na de eerste training, gevraagd naar de risico’s van de nieuwe status van landskampioen.
Hij sprak erover met ervaren mensen in de voetbalwereld, wat een landstitel met een ploeg kan doen. Het gevaar is dat sommige dingen sneller geaccepteerd kunnen worden, werd hem verteld. ‘Ach, dat komt straks wel goed.’ Of: ‘Ik ben kampioen geworden met hem, dus hij zal straks wel weer zijn niveau halen.’ De kunst is om iedereen weer op nul te laten beginnen, de lat direct hoog te leggen, zei iemand tegen Slot die met een coach werkte die titel na titel won.
Dat is precies wat Slot vanaf de eerste trainingen en oefenduels uitstraalt. Hij coacht nadrukkelijk, veel op detailniveau, zit er bovenop. Vrijwel alles ziet hij.
Niet alleen van zijn spelers. Wanneer bij de eerste training de nieuwe keeperstrainer, de Fin Jyri Nieminen, in een hoek van het trainingscomplex een oefening doet met de doelmannen, kijkt Slot met een schuin oog toe hoe hij het aanpakt. Hij wil de beste trainer voor zijn keepers. Ze spraken niet voor niets met vijf kandidaten, waarin uitgebreide presentaties werden gegeven. „Dat is een serieus proces geweest”, zegt Slot. Dat Nieminen door zijn geringe lengte niet bij de lat kan valt hem echter nu pas op, dat heeft hij niet kunnen zien in de Zoom-meeting.
„He needs you, he needs you and he needs you!”, roept Slot bij een passoefening tegen drie jonge spelers, die zich in zijn ogen actiever moeten aanbieden om combinaties te kunnen maken. Hij wijst naar de speler met de bal: „Because otherwise, he has the problem.”
„Attract pression”, roept hij herhaaldelijk. Dat komt neer op: de bal zo laat mogelijk passen om tegenstanders te lokken en daarmee ruimte te creëren om door te bewegen. Geen hogere wiskunde voor de gemiddelde prof, toch wil Slot deze automatismen er in de voorbereiding weer inslijpen. Als iemand te vroeg de bal afgeeft, reageert hij: „Why pass?”
„Je wordt verrast omdat je niet kijkt”, zegt hij tegen een speler die in zijn beleving een verkeerde keuze maakt omdat hij ruimte en tegenstander onvoldoende observeert (‘scannen’) voordat hij de bal krijgt. Een van zijn stokpaardjes.
Hij moet sleutelen
Slot bouwt door op de sterke basis die vorig seizoen is gelegd, waarbij Feyenoord met intensief, aanvallend voetbal de titel veroverde en de kwartfinale van de Europa League bereikte. De opbouw, aanvalspatronen en pressing zitten er nog altijd goed in, is zichtbaar in oefenduels. Toch moet de coach gaan sleutelen, hij is met spelverdeler Orkun Kökcü, aanvallende middenvelder Sebastian Szymanski en linksbuiten Oussama Idrissi drie belangrijke basiskrachten kwijtgeraakt.
Dat biedt vroeg in de voorbereiding, als niet alle vervangers binnen zijn, kansen voor opkomende spelers die vorig seizoen reserve waren. Zoals de Argentijnse aanvallende middenvelder Ezequiel Bullaude (22), vorige zomer gekocht voor zo’n 2 miljoen euro. Met het vertrek van Szymanski kan hij zich nu laten zien op de ‘tien-positie’.
In het oefenduel tegen PEC wordt duidelijk wat Slot van hem verlangt: vanaf minuut één zit hij met zijn coaching dicht op zijn huid.
„Eze, lower!”, roept Slot. Hij wil dat Bullaude zich iets terug laat zakken, om de centrale verdediger van de tegenstander weg te lokken zodat er ruimte ontstaat om diep te gaan. Slot vindt dat Bullaude dat niet snel genoeg doorheeft en dat hij het vervolgens ook te langzaam uitvoert.
„Wider!”, zegt Slot tegen Bullaude. Hij is van mening dat de aanvaller nog veel kan leren in hoe hij moet vrijlopen om aanspeelbaar te zijn.
„Go Eze!” Slot wil dat Bullaude agressiever druk zet als de tegenstander in balbezit is. Maar tot ergernis van Slot begrijpt Bullaude zijn aanwijzingen regelmatig niet – of hij luistert niet.
Even later slaat hij zijn handen voor zijn ogen als Bullaude niet goed doorpasst in een kansrijke aanval. Wel tevreden is hij met de goal – een intikker.
De bittergarnituur gaat rond in de bestuurskamer van VV Smitshoek, een mini-Mexicano voor Slot
Nog geen drie weken later wordt duidelijk dat Bullaude moet worden verhuurd of verkocht. Hij is „niet competitief voor een basisplek”, vertelt Slot. De taalbarrière is een groot probleem, zegt Slot in een van zijn persconferenties. „Hij kon zich niet goed verstaanbaar maken naar zijn medespelers toe en ook niet naar ons. En wij ook vrij moeizaam naar hem toe.”
Hij is niet de enige die moeite heeft om te voldoen aan de hoge eisen van Slot. Verdediger Neraysho Kasanwirjo, vorig jaar gekocht voor ongeveer 2 miljoen euro, moet nog „stappen maken om aan te haken bij ons niveau”, zegt Slot. „Anders eventueel elders.” En aanvaller Javairo Dilrosun, vorig jaar een van de topaankopen voor 4 miljoen, kende een zeer wisselvallig seizoen. „Daar hebben we nadrukkelijk mee gesproken, dat hij de kans die hij nu heeft ook grijpt.”
Spelers kiezen voor hem
De bittergarnituur gaat rond in de bestuurskamer bij VV Smitshoek, een mini-Mexicano voor Slot. Die praat net zo lang met de pers tot de teammanager vraagt of hij klaar is – de bus wacht. Het nieuws is dat de talentvolle Zwolle-verdediger Thomas Beelen wordt gekocht – PSV wilde hem ook. Het kan niet los worden gezien van het aanblijven van de coach: spelers kiezen soms bewust voor Slot omdat ze zien dat anderen zich onder hem goed ontwikkelen, vaak tot international.
Het is wachten op meer versterkingen, bij voorkeur twee tot drie aanvallers. Het „basisniveau” moet nog omhoog, zegt Slot, mede met het oog op de Champions League komend seizoen. „Waarom wilde ik Idrissi vorig jaar zo graag? Omdat ik wist dat ik daar minimaal een 6,5 aan had.” Daar waar de snelle, talentvolle Yankuba Minteh (19), nu gehuurd van Newcastle United, „een 8 kan worden, maar het kan ook een 4 zijn”, legt hij uit. „Dus je moet ondergrenskwaliteit hebben. Als een talent dan een 4 is, is het niet erg, want dan heb je die 6,5 en 7 nog.”
„Dani, push, push, push”, roept Slot een paar dagen later naar spits Danilo, die kort erop wordt verkocht aan Rangers FC. Slot jaagt zijn spelers op fanatiek druk te zetten, in een oefenpot tegen Club Brugge. Hij loopt meters uit zijn coachvak om zich te bemoeien met dit onderdeel. Nu zijn leider in het veld, Kökcü, weg is, lijkt hij zijn ploeg nog nadrukkelijker aan te sturen.
„Ramiz, achter die twee spitsen staan”, zegt hij tegen de nieuwe spelverdeler Zerrouki.
„Thomas, draai je om”, roept hij naar middenvelder Van den Belt, ook nieuw.
Bij een ingooi: „Lutsha, laat je zien!” Verdediger Geertruida moet zich aanbieden van Slot, iets wat hij keer op keer vraagt van zijn spelers – „show yourself”.
Kort voor rust: „Come on, one minute!” Het is een handigheidje dat hij op zijn trainingen ook vaak toepast: nog even – geef nú alles. Zo houdt hij de intensiteit hoog.
„Hij mag die bal niet zo makkelijk verliezen”, klinkt het fel als Minteh de bal rechts voorin kwijtraakt. De Gambiaan verstaat hem niet, maar Slot probeert de ploeg zo medeverantwoordelijk te maken. Even later: „Yankuba, go!”
Af en toe steekt Slot een duim omhoog, maar niet te vaak.
Op een training twee dagen later hurkt hij soms diep door zijn knieën om het vanuit een ander gezichtspunt te zien. Bij de opbouw aan de linkerkant vindt Slot het niet snel genoeg gaan. „Tempo, full speed!”
„Right timing, not too early.”
Als middenvelder Quinten Timber een steekpassje geeft op Danilo, is Slot niet helemaal tevreden over de aansluiting. „Geweldige steekpass Quinten, maar je moet er dan gelijk bij zitten.”
Creativiteit
Te slap in de duels, een gebrek aan agressiviteit en te weinig creativiteit. 2-0 staat het na zestig minuten in het oefenduel tegen Bundesligaclub Hoffenheim, dat de afsluiting vormt van het trainingskamp in het Oostenrijkse Saalfelden half juli. Een „domper”, noemt Slot het bij het clubkanaal. „We hebben vandaag gevoeld dat we nog niet zijn waar we moeten zijn.”
Een „belangrijke les” is dat Hoffenheim met „meer intensiteit en meer power” speelde, waar Feyenoord kwam om „lekker te voetballen”. En het tempo moet omhoog als de ploeg in „beloftevolle situaties” komt, zegt Slot. Precies voor dat aspect weet Feyenoord kort erop de multifunctionele aanvaller Calvin Stengs voor 6 miljoen van Nice te kopen. Een telefoontje van Slot naar Stengs – ze werkten eerder bij AZ samen – helpt bij die deal.
In de oefenduels tegen Villareal (1-1) en Benfica (2-1 zege), vorige week, toont Feyenoord verbetering. Al blijft Slot kritisch. Na twee keer balverlies in korte tijd van aanvaller Alireza Jahanbakhsh tegen Benfica stort hij geïrriteerd neer in de dug-out. Makkelijk balverlies is iets waar ze het vaak over hebben, zegt hij bij ESPN. „Op dit niveau” mag dat niet. „Je kan er zomaar twee, drie minuten achteraan lopen. Dat kost écht veel kracht.”
Het is niet voor niets dat hij een oefening gericht op de opbouw via de zijkanten, eerder in de voorbereiding, stillegde omdat die niet lekker liep. „You cannot lose the ball so easy as wingers!”